Risicogroepen
Als een kind de diagnose neuroblastoom krijgt, wordt ook de risicogroep vastgesteld. Deze risicogroep houdt meestal verband met hoe ver de tumor zich verspreid heeft en het risico dat de neuroblastoom terugkomt. Het bepaalt ook de behandeling die het kind krijgt.
Er zijn drie risicogroepen:
- Neuroblastoom met een laag risico
- Neuroblastoom met gemiddeld risico
- Hoog risico neuroblastoom
Stadia van neuroblastoom
Zoals bij alle vormen van kanker kan neuroblastoom zich naar andere delen van het lichaam verspreiden. De meest voorkomende gebieden zijn de lever, huid en botten. Er zijn verschillende 'stadia' van de ziekte die beschrijven hoe ver de tumor is gegroeid en zich heeft verspreid.
- Fase 1: Tumor is gelokaliseerd en heeft zich niet verspreid. Het kan bijna volledig worden verwijderd door een operatie.
- Fase 2: De tumor is gelokaliseerd en is niet uitgezaaid, maar kan niet volledig worden verwijderd door een operatie. Dit komt vaak door de positie van de tumor, wat betekent dat totale verwijdering van de tumor schade zou veroorzaken aan organen of grote bloedvaten.
- Fase 3: De tumor begint zich te verspreiden naar nabijgelegen lymfeklieren, maar niet naar verre delen van het lichaam.
- Fase 4: De tumor heeft zich verspreid naar verre delen van het lichaam. Terugval bij deze groep patiënten komt helaas vaak voor.
- Fase 4s: Dit is een fase die uniek is voor dit type kanker bij kinderen en komt niet voor bij kinderen ouder dan 18 maanden. Het verwijst naar een type ziekte dat zich voordoet als een primaire tumor en zich mogelijk heeft verspreid naar lokale lymfeklieren, maar slechts aan één kant van het lichaam. Er zal geen verspreiding naar de botten zijn en minder dan 10% van de beenmergcellen zal neuroblastoom zijn. Van dit type ziekte is bekend dat het spontaan terug kan vallen in een goedaardige toestand en daarom is de enige manier van behandelen door het kind nauwlettend te observeren om ervoor te zorgen dat er niets verandert.